Configuratie van een locomotief
Locomotieven met DCC-decoder
Hier worden alle instellingen voor een locomotief vastgelegd. Deze
worden in het Central Station opgeslagen.
Als een locomotief met zijn Loc-kaart
wordt aangemeld, zijn alle instellingen al vastgelegd. U kunt deze
instellingen echter wijzigen en indien gewenst met de toets de gewijzigde gegevens
terugschrijven naar de loc-kaart.
Bij “Naam” kunt u een willekeurige naam
toekennen
aan de loc zodat u deze direct kunt herkennen. Hiervoor drukt u kort op
de toe
rechts naast het invoerveld voor de naam, waardoor een toetsenbord
wordt weergegeven. Het verwijzen naar het adres is hier niet nodig.
Daarnaast kan een afbeelding voor de loc worden gezocht. Er zijn
talrijke locomotief afbeeldingen
beschikbaar.
Onder “Decodertype” kan het type van de in de
locomotief
ingebouwde decoder gekozen worden. Dit is echter alleen nodig als een
nieuwe loc handmatig wordt ingevoerd. U heeft de keuze uit:
- MM2 loc met
codeerschakelaar
- MM2 loc
programmeerbaar
- DCC locomotieven
- Mfx-locomotieven
melden zich zelf aan.
Met de + / - toetsen kan het adres gekozen worden.
Opmerking:
Achten Sie darauf, dass Sie vor dem Einstellen der Adresse den
richtigen Decodertyp ausgewählt haben!
Let er op dat u voor het instellen van het adres het juiste
decodertype heeft gekozen!
Indien gewenst kan met het Central Station het adres uit de
loc worden uitgelezen. De toet start deze procedure die
enkele seconden duurt. Hiervoor moet de loc in elk geval op het Programmeerspoor
staan (dit werkt alleen met decoders die het uitlezen ondersteunen).
Met de toets
kunnen de CV’s in de
decoder
uitgelezen en gewijzigd worden.
Met de toets kan de loc aan een Pendeltrein-traject worden
toegewezen. Als de loc aan een pendeltrein-traject is toegewezen
verandert de toets in .
De instellingen voor de optrekvertraging (ABV), afremvertraging (ABV),
Vmin (minimumsnelheid), Vmax (maximumsnelheid), tacho (snelheidsmeter)
en volume zijn alleen in combinatie met een programmeerbare decoder
beschikbaar. Behalve de instelling voor tacho (snelheidsmeter) en ABV,
worden alle andere instellingen in de decoder van de loc
geprogrammeerd. Ook hiervoor moet de loc op het Programmiergleis
staan. De instelling van de tacho verandert alleen de weergave van de
snelheidsmeter op de rijregelaar van het Central Station.
De Functies F0 t/m
F15 kunnen in het
rechter verticale veld ingesteld worden. Daarbij kan aan elke functie
een functiesymbool toegewezen worden. De toewijzing van de functies aan
de functietoetsen kan echter in het Central Station niet gewijzigd
worden. Toch zijn er decoders (bijv. Trix 66849) waarbij deze
toewijzing veranderd kan worden. Dit wordt dan in elk geval in de
decoder opgeslagen en is veranderd voor het bedrijf met alle
rijregelaars.